Asturië. Twijfel. Het zou er koud en nat zijn in de zomer. De Noord-Spaanse kust is niet heel populair onder toeristen. Iets wat Asturië heel aantrekkelijk voor ons maakte. Er was voor ons beide veel te doen, bergen om in te fietsen en een strand om op te bakken. Met deze gedachte vertrokken we begin augustus richting Noord Spanje om de Spaanse regio Asturië te ontdekken.
De Picos de Europa, rustige stranden en de schitterende Camino de Santiago langs de woeste kustlijn. Ik leer de cultuur van een regio graag op drie manieren kennen; door haar flora en fauna, haar mythologie en haar cuisine.
Het duurde even voordat we de manier van leven daar doorhadden. We kwamen steevast te vroeg voor het eten. We snapten niet waarom een biertje slechts € 1,40 kostte maar een hoofdgerecht wel € 20,-. Sterker nog, de lokale sidra (een cider) kostte € 2,50 per liter. Iets wat in Nederland natuurlijk ongehoord is.
Ruig en groen
Het was ketsdruk op de Spaanse campings aan de Costa Verde van Asturië. Zo ongeveer iedere Spanjaard ontvluchtte het bloedhete binnenland om bij te komen aan de koele kust. Na vier verschillende campings bezocht te hebben was het raak. Camping Las Conchas (Camping de Schelp) had wel een plekje voor ons tentje. Op deze camping wandelden we in 5 minuten naar de lagune en als we ons omdraaiden keken we zo tegen de Picos de Europa aan.
De flora en fauna van Asturië waren adembenemend. De kust wordt gekenmerkt door de ruige rotspartijen die steil de hemel insteken. Overal zie je koeien die je ook direct hoort door de grote koeienbellen om hun nek. Dit is meteen een typerend geluid van de streek. Op de camping hoorde je overal Keltische doedelzakmuziek. De kust van Asturië is ook heel groen vanwege de grote regenval daar. Ze noemen het niet voor niets de Costa Verde, de groene kust. De wolken zorgden voor een dreigend spektakel tegen de Picos de Europa aan.
Je hebt continu het gevoel dat het gaat stormen. Onweer en regen gevangen in de zware wolken kenmerkten op donkere dagen de hemel. Tegen diezelfde hemel schitterden de Picos de Europa. De naam betekent letterlijk ‘Pieken van Europa’. Dit gebergte is vooral populair vanwege de Spaanse wielerronde de Vuelta. Tijdens de Vuelta worden o.a. de zware Covadonga en Angliru opgefietst, iets wat niet aan mij besteedt is.

Vol met bougainvilles, vers fruit en geurige kruiden
Naast de koeien en stieren kom je ook veel paarden en geitjes tegen die loslopen in de weiden aan de heuvelachtige kust. De weiden staan vol prachtige wildbloemen zoals margrieten, klaver, duizendguldenkruid en kleine orchideeën. Daarnaast groeien er ook veel bougainvilles, varens en kun je de vijgen zo van de boom plukken. Steenfruit doet het daar erg goed. Pruimen, perziken en abrikozen kom je overal tegen.
Vaak zijn ze nog niet rijp, vermoedelijk door het koele en ziltige klimaat. Sinaasappels en citroenen barsten daarentegen in augustus al uit hun schil. Bramen, laurier en wilde munt is ook overal te plukken, gewoon in de berm.
Een van de meest bijzondere dingen die ik heb gezien is de gloeiworm. De gloeiworm is een larve van de vuurvlieg. Na een heerlijk etentje in het dorpje Poo, liepen we na zonsondergang terug langs een onverlicht paadje richting de tent. Felgloeiend en duidelijk herkenbaar lag er een eenzame gloeiworm op het pad. Hopelijk groeit hij nog uit tot een vuurvlieg want een maatje voor hem hebben we helaas niet gezien.
We hebben veel wandelingen gemaakt. Op het strand gelegen en heerlijk gegeten en gedronken en daarmee ook de Asturiaanse keuken ontdekt. Zelf eet ik geen vlees en uit mijn voorgaande ervaringen wist ik dat je in Spanje heel goed vegetarisch kon eten. Dit viel helaas wat tegen in Asturië. Als je de bekende Spaanse keuken verwacht met gazpacho en sangria kom je bedrogen uit.
Hier drinkt iedereen cider (sidra) die lokaal gebrouwen wordt. Men eet veel twee -persoonsgerechten zoals de cachopo. Cachopo is een soort schnitzel van ongekend formaat gevuld met kalfsvlees en kaas. Er wordt ook veel fabada gegeten, een stoofpot van witte bonen, chorizo, bloedworst of andere vleeswaren. Allemaal niet echt aan mij besteed.
Wel heb ik genoten van heerlijke gegrilde vis die ze zonder veel opsmuk klaarmaakten. Wat wel aan mij besteed is, is de sidra. De sidra heeft van nature weinig koolzuur en wordt daarom vanaf grote hoogte in het glas gegoten. Dit zorgt ervoor dat iedereen zonder enige gene de cider op de grond morst. Iets wat ik goed kan.

Wandelen tot je een ons weegt
Na al dat eten moet er natuurlijk ook bewogen worden. Nu je in Asturië toch al heuveltje op, heuveltje af loopt, komt het met die kuiten wel goed. Asturië is voor veel wandelaars een doorgaande route. Veel pelgrims hebben besloten hele stevige kuiten te kweken door de Camino de Santiago te lopen. De ‘camino’ oftewel de ‘weg’ wordt hier veelvuldig aangeven door de blauw-gele ‘conchas’. De Jacobsschelp is het internationale symbool die de route richting Santiago de Compostella aangeeft.
Dit pelgrimsoord ontvangt jaarlijks vele wandelaars die hun heil zoeken bij het graf van de apostel Jakobus. Het dragen van de schelp op je hoed of jas zou je bescherming geven tegen struikrovers. Het is een erecode die aangaf dat er waarschijnlijk toch niet veel te halen viel bij de bedevaartgangers. Al wandelend kwamen we veel van deze peregrinos tegen. Soms prevelend met de rozenkrans in de hand, soms wildkamperend op de meest prachtige stukjes van Asturië.
Doedelzakmuziek en de triskelion
Wat mij natuurlijk nog veel meer intrigeert dan de katholieke Camino de Santiago zijn de paganistische roots van Asturië. Zowel op de camping als in de dorpjes hoorde je vaak doedelzakmuziek wat mij direct doet denken aan de Kelten. Dit bleek later niet zo gek te zijn.
In de vijfde eeuw voor Christus bereikten de Kelten, Asturië. Nog steeds zijn er oude overblijfselen van hun bouwwerken te vinden. De stad Gijón heeft zelfs een doedelzakmuseum. In veel toeristenwinkeltjes kwam je dan ook Keltische knopen en symbolen tegen. Met name de triskelion zie je veel. De triskelion is een Keltisch symbool voor de drie-eenheid. Hij heeft drie benen of drie spiralen. In meerdere culturen komt dit ’trinity’ symbool voor. Het heilige cijfer drie staat voor verschillende niveaus in het menselijk bestaan zoals verleden, heden en toekomst.
In de Keltische cultuur staat de triskelion voor Annwn, Abred en Gwynvyd. Annwn is het onderwereldgebied en staat voor de maan. Abred staat voor de stoffelijk wereld en de aarde. Gwynvyd staat voor de geheel ontplooide geest, liefde en de zon. In de hekserij staat de triskelion vaak symbool voor de drie fases van een vrouwenleven; maagd, moeder en de oude vrouw. De triskelion wordt ook vaak afgebeeld als een dansend wiel die de bewegende energie van de schepping symboliseert.
De Kelten gebruikten het symbool als bescherming tegen ongeluk en om het kwaad af te wenden. Je kunt de triskelion gebruiken als talisman om contact te maken tussen de verschillende wereld; die van je geest, je ziel en lichaam. De triskelion kom je overal tegen in de Asturiaanse symboliek en gaan ook vaak gaan ze samen met allerlei katholieke symbolen.
x- Atropa
Urban Witches Rotterdam
instagram.com/urbanwitchesrotterdam
De meeste informatie heb ik verzameld door mijn reiservaringen in Asturië. Soms had ik vermoedens over wat ik zag en heb ik ze bevestigd door mijn kennis te halen uit het boek ‘Verborgen Taal van Symbolen’ door David Fontana en het boek ‘Talismannen en Amuletten’ van Felicitas Nelson. Daarbij heb ik gebruik gemaakt van de informatie op de de website Pelgrimwijzer.nl.